Jan Toorop
"Çacontala of Shakuntala"
Verkocht
JAN TOOROP
Poerworedjo, Indonesië 1858-1928 Den Haag
SHAKUNTALA, ca. 1892
Krijt en pastel op paper
56 x 25 cm.
Gesigneerd: rechts onder met initialen 'J.Th.T.'
Herkomst: Ms. Lothrop Dunham, USA; Kunsthandel Hirschberg, Den Haag; J. van der Plas, Katwijk aan Zee, thence by descent to the present owner.
Exhibited: Katwijk, Katwijks Museum, Jan Toorop in Katwijk aan Zee: 22 april 1890 - 12 mei 1892, 25 mei 1899 - 26 april 1904, 29 June - 18 August 1985, no. 31; Katwijk, Katwijks Museum, Jan Toorop: het late symbolisme, 20 October 2001 - 19 January 2002.
Literature: R. Siebelhoff en A.-J. Sleyster, Jan Toorop in Katwijk aan Zee, Katwijk 1985, p.66 (ill.); Ph. Zilcken, 'Jan Toorop' in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, no. 8, I, 1898, p. 125.
Çacontalâ,(Shakuntala)
De getalenteerde kunstenaar Jan Toorop, een van de meest belangrijke symbolisten van Europa, maakte zijn beroemdste tekening De Drie Bruiden (Otterlo, MuseumKröller-Müller) in het begin van 1893. Waarschijnlijk in datzelfde jaar vervaardigde Toorop zijn krijttekeningÇacontalâ, gebaseerd op een Indisch sprookje. Toorop voelde zich als veel kunstenaars uit het fin-de-siècle, aangetrokken door literatuur, de sprookjeswereld en Oosterse filosofie. Voor Çacontalâ liet Toorop zich inspireren door het hofdrama van de grote Indiase dichter Kalidasa, die omstreeks 400 na Chr. moet hebben geleefd. Het gedicht kreeg in Nederland bekendheiddoordat het in 1862 door de Leidse oriëntalist prof. J.H.C. Kern werd vertaald en uitgegeven. Toorop liet zich meerdere malen inspireren door het toneelstuk. Çacontalâ (tegenwoordig geschreven als Shakuntala), de dochter van een hemelnymf en een ziener, ontmoet koning Dusyanta tijdens de jacht in het woud. Zij worden verliefd en beminnen elkaar. Als blijk van zijn liefde schenkt de koning Çacontalâ een ring. Een asceet drijft de twee echter uit elkaar, doordat deze ervoor zorgt dat Dusyanta de ontmoeting volledig vergeet. Ongelukkigerwijs verliest de zwangere Çacontalâ haar ring, het enige bewijs van hun liefde. Haar pogingen om de koning te benaderen blijven dan ook vruchteloos. Om haar tegen de schande van het ongehuwde moederschap te beschermen, wordt zij door haar moeder meegenomen naar de hemel. Hier wordt haar zoon Bharata geboren.
Later vindt een visser de ring in de buik van een vis en biedt deze aan de koning aan. Daarmee is de ban verbroken en Çacontalâ en Dusyanta vinden elkaar weer. De tekening van Toorop geeft een scène weer uit het vierde bedrijf waar Çacontalâ ‘tot en met haar hoofdharen gewassen al bij zonsopgang’ het heilige woud vaarwel zegt om een poging te doen de koning te bezoeken. Zij neemt afscheid van haar lianezusje met de woorden ‘al ben je aan je mango gehecht, kom hier met je takkenarmen en omhels mij. Voortaan zal ik ver weg zijn van je.’ Toorop heeft Çacontalâ naakt weergegeven, alleen omgeven door haar lange haren, terwijl zij omstrengeld wordt door de wortels van de boom. Het lijnenspel van de lange, neerhangende haren stonden voor Toorop symbool voor de smart van Çacontalâ, eigenlijk van de wereld verstoten en zwanger van het Al-Vermogen. De naderende komst van haar kind wordt gesymboliseerd door het jongetje dat halfverscholen achter de stam ligt. Toorop, die geboren werd op Java, was zeer gevoelig voor Oosterse thematiek en vormentaal. De bomen met de staartachtige bladerpluimen tonen deze inslag en ze komen voor op meerdere werken van Toorop, onder andere De Nieuwe Generatie en Les Rôdeurs uit 1889-92.