Louis Apol

(Den Haag 1850 – 1936) 

Zoals Mesdag de Haagse School-schilder is van de zeegezichten, zo is Apol die van de winterlandschappen. Zijn landschappen vond Apol in de omgeving van Den Haag en Arnhem. Met soms in de lucht de zacht oranje gloed van de avondzon, zijn de winterlandschappen stemmingsbeelden die de sfeer van de romantiek verenigen met de techniek van het impressionisme. De mens speelt een ondergeschikte – of soms geen enkele – rol: alle aandacht gaat uit naar de natuur. Apol kreeg al vroeg privéles in schilderen. Van koning Willem III ontving hij een studiebeurs om zijn talent verder te ontwikkelen. Vanaf 1869 nam Apol deel aan tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Zijn winterlandschappen werden regelmatig bekroond.

Uit Scheen: L.F.H. Apol (‘Louis’) 1850-1936
Leerling van J.F. Hoppenbrouwers en P. Stortenbeker. Schilderde bij voorkeur bosgezichten en landschappen in de winter. In 1880 maakte hij een reis naar Spitsbergen (Nova Zembla). Signeerde bijna altijd 'Louis Apol'. Zijn werk kwam voor op de tentoonstellingen in Den Haag en Amsterdam sinds 1866. Behaalde o.m. een zilveren medaille op de tentoonstelling te Amsterdam in 1874 en in 1898 de gouden medaille te Barcelona. Was lid van ‘Arti et Amicitae’ te Amsterdam.

Musea: o.a. Frans Halsmuseum Haarlem, Haags Gemeentemuseum, Centraal Museum Utrecht, Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam, Zeeuws Museum Middelburg en Museum Groningen.