Johannes Evert Akkeringa

(Blinjoe (Banka) 1861-1942 Amersfoort)

Woonde en werkte in Rotterdam (tot 1887), Den Haag, Heeze, Scheveningen, Voorburg en vanaf 1939 in Amersfoort. Leerling van de Academies van Beeldende Kunsten te Rotterdam en Den Haag. Schilderde bloemstillevens, vooral bekend om zijn stranden met de vissersbevolking. Lid van 'Arti et Amicitiae' te Amsterdam.

Johannes Evert Hendrik Akkeringa behoorde tot de tweede generatie Haagse School schilders. Hij werd vooral bekend om zijn schilderijen en aquarellen van strandtaferelen met spelende kinderen en vrouwen. Akkeringa werd in 1865, na de dood van zijn vader, door familie naar Nederland gehaald. Hij volgde de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, waar hij bevriend raakte met Willem de Zwart en Isaac Israels. Akkeringa trok net als veel van zijn studiegenoten veel de natuur in om te werken. Het landschap rondom Den Haag werd al snel zijn grootste inspiratiebron. Tussen 1903 en 1905 woonde Akkeringa met zijn vrouw en twee zoons in Heeze, Brabant, waar hij de omgeving veelvuldig schilderde. Akkeringa kreeg in 1903 een vast contract bij de Amsterdamse kunsthandel E.J. van Wisselingh & Co. Zijn werk werd niet alleen geëxposeerd in het Amsterdamse en Londense filiaal, maar ook op verschillende internationale tentoonstellingen. In de zomer van 1909 liet Akkeringa een door Van Wisselingh gefinancierd buiten-atelier bouwen op een stuk grond in de duinen van Meijendel, het duingebied tussen Den Haag en Wassenaar. In dit atelier gaf hij les aan verschillende leerlingen.

Tentoonstellingen: te Amsterdam, Rotterdam en Den Haag (1887-1902 en later).
Musea: o.a. Museum Boymans-van Beuningen te Rotterdam, Teylers Museum Haarlem en Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo.

(Bron: Scheen)

  • Naam: Johannes (Jan) Evert Hendrik Akkeringa
  • Geboren 1861
  • Overleden 1942
  • Schilder.