Johan Briede

(Rotterdam 1885-1980 Amsterdam)


Johan Briedé en de toegepaste kunst
Veel grafische kunstenaars in de eerste helft van de twintigste eeuw hielden zich naast de beeldende kunst ook bezig met de toegepaste kunst; met functionele voorwerpen. Vóór die tijd was die inmenging van ‘hoge’ kunst met ‘lage’ gebruiksvoorwerpen, die immers voor het grote publiek waren, ondenkbaar. Door de opkomst van de kunstnijverheidsbeweging werd de kruisbestuiving tussen deze voormalig streng gescheiden groepen steeds meer geaccepteerd. Onder invloed van de Engelse ‘Arts and Crafts Movement’ uit de tweede helft van de twintigste eeuw was het idee ontstaan dat de schoonheid van kunst moest doordringen in het dagelijks leven van de gehele bevolking. Door de toegepaste kunst zou iedereen in aanraking komen met kunst, en het idee was dat dit een goede en zelfs beschavende uitwerking had op het volk. Geleidelijk ontstonden er hele nieuwe opvattingen: toegepaste kunst werd door velen nu ook gezien als ‘echte’ kunst, en er kwam veel meer aandacht voor vormgeving en illustraties als artistieke disciplines.

Doordat de kruisbestuiving van kunst en kunstnijverheid in Europa steeds meer geaccepteerd werd, waren ook de grafische kunstenaars in Nederland veel vrijer om zich naast beeldende kunst toe te leggen op andere vormen. Eén van hen van was Johan Briedé (1885-1980). Briedé, die zo nu en dan onder de naam J.B. de Chateauroux werkte, was opgeleid aan de Kunstnijverheidsschool. Hij had les gehad van kunstenaars als Willem van Konijnenburg, Chris Lebeau en G.A. Brender à Brandis.

Briedé was kunstschilder en graficus, maar maakte ook ex-librissen en ontwerpen voor boekbanden en boek- en stofomslagen. Daarnaast was hij illustrator en typograaf. Zijn onderwerpen vond hij voornamelijk in de natuur, en hij haalde veel inspiratie uit zijn reizen naar Zweden, Frankrijk, Spanje en Mallorca. Ook was hij vaak op het Hilversumkanaal te vinden, waar hij vanuit zijn boot de waterplanten bestudeerde.

In zijn landschappen is de invloed van de art nouveau, met de gestileerde lijnen en plantaardige motieven, goed te zien. Briedé deed deze invloed onder andere op bij zijn kunstenaarsvriend Theo van Hoytema. Het ‘Bosgezicht met herten’ (1914) in de collectie van Studio 2000 is hier een voorbeeld van.

Briedés loopbaan in de toegepaste kunstsector was in 1910 begonnen, toen hij als kunstenaar voor bedrijven, uitgeverijen en tijdschriften ging werken. Hij ontwierp voor tientallen uitgaven van W.L. & J. Brusse’s Uitgeversmaatschappij de boekbanden en omslagen. Van enkele uitgaven, zoals ‘Beschouwingen over bouwkunst en hare ontwikkeling’ van H.P. Berlage (1911) verzorgde hij de illustraties, en hij ontwierp banden en omslagen voor de grote natuurboekenserie van William L. Long. Voor het boek ‘Oude huizen van Rotterdam’, dat in 1915 bij Brusse verscheen, maakte Briedé 130 pentekeningen. Daarnaast was hij de boekbandontwerper voor onder andere Van Nijgh en Van Ditmar, Sijthoff en de Wereldbibliotheek, en hij verzorgde vele opdrachten voor gemeentelijke diensten in Rotterdam.

Door de veranderde opvattingen in zijn tijd kreeg Briedé de ruimte om zich in vele kunstvormen te ontwikkelen. Johan Briedé wist zich als een gewaardeerd kunstenaar te vestigen, wiens werk werd aangekocht door het Rijksprentenkabinet in Amsterdam en verschillende Nederlandse musea. Maar wat belangrijker was: door zijn werk in de toegepaste sector kon een groot publiek in aanraking komen met zijn werk.

(Bovenstaande tekst uit: Magazine Studio 2000, jaargang 16, nummer 3, september 2010)

De invloed van de art deco en Briedés vriendschap met kunstenaars als Theo van Hoytema, Willem van Konijnenburg en Willem Wenckebach (zijn leermeester) is duidelijk terug te zien in zijn werk. De fraaie composities van landschappen en de trefzekerheid waarmee hij deze met een vlijmscherp potlood heeft weergegeven getuigen hiervan. Naast schilderkunst had Briedé een passie voor flora en fauna. In aansluiting hierop maakte hij verschillende illustraties bij artikelen over de natuur, onder andere in het tijdschrift ‘De Wandelaar in Weer en Wind’. Zijn inspiratie haalde hij ook uit de vele reizen die hij maakte in Zweden, Frankrijk, Spanje en Mallorca.

Uit Scheen: J. Briedé (1885-1980)
Johan Briedé woonde en werkte o.m. in Rotterdam, Den Haag, Leiden, Amsterdam, Haarlem en Scheveningen. Maakte reizen naar o.a. Zweden, Frankrijk, Spanje en Mallorca. Werkt onder de naam: J.B. de Chateauroux. Leerling van G.A. Brender à Brandis, J.J.C. Lebeau, W.A. van Konijnenburg en L.W.R. Wenckebach. Johan Briedé schilderde, aquarelleerde, tekende (pen, pastel) en lithografeerde in impressionistische trant landschappen, zeegezichten, schepen enz., dieren en bloemen. Maakte illustraties, ex-librissen enz. Lid van de Federatie van B.B.K.

Musea: o.a. in het Goois Museum Hilversum.