Hubert Malfait
"Winterlandschap, mogelijk 'Eikeldreef' at Sint Martens-Lathem"
HUBERT MALFAIT
Astene 1898 - 1971 Sint-Martens-Latem
WINTERLANDSCHAP, 1962
Olieverf op doek
75 x 100 cm.
Gesigneerd: links onder
Verso: 1962 jan-febr.
Mogelijk de Eikeldreef in Sint Martems Latem
Herkomst: Particulier collectie, Nederland; Collectie Binz, Brussel
Literatuur: Solange Malfait & Piet Vanrobaeys, Hubert Malfait oeuvrecatalogus, Tielt 1986, p. 186, afb. 1039 (met foutieve datering 1960).
Hubert Malfait studeerde aan de Gentse Academie, waar hij leerling was van Jean Delvin en George Minne. In zijn jeugd werd hij aangezet tot tekenen door Emile Claus. Hij vond inspiratie in de indringende schilderijen van James Ensor en het vaak sociaal bewogen werk van Eugene Laermans, beide belangrijke voorlopers van het expressionisme. Malfait hoort bij de tweede generatie van Latemse kunstenaars. Na een luministisch debuut ontstonden zijn eerste expressionistische werken in de vroege jaren twintig; Malfait is het expressionisme trouw gebleven gedurende zijn gehele verdere kunstenaarsloopbaan.
De kunstenaar woonde sinds halverwege de jaren vijftig met zijn vrouw aan de Eikeldreef te Sint-Martens-Latem. De schilder was er niet gaan wonen vanwege de artistieke reputatie van het dorp, maar omdat het er stil was.
Hoewel hij in het schildersdorp aan de oever van de Leie woonde, schilderde Malfait de rivier bijna nooit. ‘Nee’, zei hij daarover, ‘ik zie ze graag maar voor mij mist ze iets picturaals.’ De directe dorpsomgeving bleef het belangrijkste thema voor de kunstenaar. Rik Clément schreef in november 1958 in Het Volk het volgende, dat zomaar van toepassing zou kunnen zijn op Malfaits grote winterlandschap (mogelijk Eikeldreef): ‘De kleur en de tekening in de kleur zijn bij Malfait tot de uiterste soberheid doorgedreven: stille okers, grondig geel en geraffineerde bruinachtige grijzen, waaruit ergens een schetterend rood, een koud blauw of een hard geel als het geschetter van een trompet U tegengalmt. Zijn kunst is – ondanks alle verworvenheden der verlopen jaren – altijd jong gebleven omdat ze voor geen moeilijkheid is uit te weg gegaan.’