Gerard Bilders

Geboren: Utrecht 1838.

Overleden: Amsterdam 1865.

( Utrecht 1838 - 1865 Amsterdam)

De jonge kunstenaar Gerard Bilders, zoon van Johannes Warnardus Bilders kwam vaak in het park om te schilderen. Hij werd aanvankelijk opgeleid door zijn vader maar al snel voelde de letterkundige Kneppelhout zich geroepen de jongen onder zijn hoede te nemen. Hij voorzag een glooiende toekomst voor de kunstenaar en stelde voor de opleiding op zich te nemen. In 1856 verhuisde de zeventienjarige Bilders naar Den Haag en ging in de leer bij de bekende veeschilder Simon van den Berg (1812-1891). Bilders werkte hard en mocht in het Mauritshuis de werken van Paulus Potter naschilderen. Terwijl hij de koeien en schapen in het museum schilderde dwaalden zijn gedachten af naar Oosterbeek en schreef hij aan Kneppelhout: ‘De natuur is toch altijd mooier dan het mooiste schilderij’. De kunstenaar verlangde naar de frisse wind van de uiterwaarden in plaats van de muffe omgeving van het museum.

Zodra de zomervakantie aanbrak trok Bilders weer naar zijn ouders in Oosterbeek, waar hij zich onder invloed van zijn vader toelegde op de landschapskunst. Tijdens de wintermaanden van 1857 kreeg de kunstenaar last van chronische hoestbuien. Verandering van klimaat was het enige dat Bilders kon redden, en Kneppelhout verzorgde een studiereis naar Zwitserland. ‘Nu hoop ik maar’, schreef Bilders’ dat gij uw verblijf in die niet zo belangrijke stad ten nutte zult maken; ook om u als mens te ontwikkelen.

Bilders raakte bevriend met de jonge graaf en kunstenaar Auguste de Pourtales en maakte een voettocht over de Zwitserse Alpen. Tijdens zijn reis schilderde hij vergezichten maar hij bleef heimwee houden naar het Hollandse landschap. Na zijn terugkeer in november vroeg Kneppelhout hem naar zijn woonplaats Leiden te verhuizen. Bilders zou er een jaar wonen en schilderde veel in de polder. Het succes van de schilder, waar Kneppelhout op gehoopt had, bleef echter uit. Door gebrek aan vertrouwen in Bilders’ kunnen verslechterde de relatie tussen de kunstenaar en zijn mecenas. Kneppelhout stopte zijn financiering en Bilders verhuisde in 1859 naar Amsterdam.

Hoewel hij het financieel moeilijk had ging het hem sociaal gezien beter dan in Leiden. Hij raakte bevriend met de kunstenaars August Allebé (1838-1927) en Adolphe Artz en bezocht de kunstenaarssociëteit Arti et Amicitiae. Bovendien werd hij in maart 1860 tot lid van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten benoemd.

In september 1860 bezocht Bilders samen met zijn vader de Exposition Générale des Beaux-Arts in Brussel. Hier zag hij voor het eerst landschappen van de invloedrijke Barbizonschilders Troyon, Courbet en Breton.  Bilders was erg onder de indruk en schreef erover aan Kneppelhout: ‘Ik heb er schilderijen gezien, waar ik niet van droomde en al datgene in vond wat mijn hart begeert. Eenheid, rust, ernst en vooral eene onverklaarbare intimiteit met de natuur troffen mij in die schilderijen’.

Terug in Amsterdam sloeg zijn enthousiasme echter om en voelde hij zich ontmoedigd, ziekelijk en lusteloos. Het begeleiden van zijn stervende moeder en de ziekte deed hem niet goed. Het contact met Kneppelhout was inmiddels aanzienlijk verbeterd en zij spraken af om de zomer in Oosterbeek door te brengen. Bilders betrok er een huisje in de Uiterwaarden. Geïnspireerd door de grote Franse landschapsschilders schilderde Bilders het Gelderse landschap als nooit te voren. Het schilderij de Uiterwaarden bij Oosterbeek stamt uit deze periode. De bomen werden als het ware als een repoussoir gebruikt. Door het gebruik van licht- en schaduwpartijen richt de aandacht zich op de rustende en grazende rood- en zwartbonte koeien. Hij schilderde dit werk in de open lucht en werkte het later in zijn atelier uit. Opvallend aan Bilders’ werk is de luchtige en lichte sfeer, heel anders dan tijdgenoten als Anton Mauve, die eerder een voorkeur voor grijze landschappen had.

In het schilderij ‘Melktijd’ is het landschap helder en licht van kleur. Het is duidelijk waar het de kunstenaar om ging. Zijn koeien zijn prominent afgebeeld waardoor zelfs de schaduw en zonpartijen op de dieren goed zichtbaar zijn.

Gesteund door zijn vriendschap met Kneppelhout schilderde Bilders landschappen die later werden gezien als belangrijke voorlopers van de werken van de Haagse school. Zijn succesvolle loopbaan was echter geen lang leven beschoren: de jonge Bilders had een zwakke gezondheid en overleed in 1865 op 26jarige leeftijd aan de gevolgen van tuberculose.

Dit is een onderdeel van het artikel wat in 2016 in het Studio 2000 magazine is verschenen.