Willem Maris

(Den Haag 1844-1910)

Willem Maris een bovenmatige interesse in koeien langs de waterkant. Willem Maris kopieerde net als Bilders in het Mauritshuis Paulus Potter. Potter plaatste zijn stier op de voorgrond van het schilderij tegen een blauwe achtergrond. Het dier was duidelijk van groter belang dan het landschap eromheen. Deze gewaagde compositie trok Maris aan.

Willem Maris werd in 1844 geboren in Den Haag, als jongste van een artistiek gezin. Zijn vader was meesterknecht in een steendrukkerij en zijn broers Jacob en Matthijs beiden kunstenaars. De broers huurden tezamen ateliers en hadden veel succes met hun werk op de Amerikaanse markt. In 1858 kregen zij van prinses Marianne, dochter van koning Willem I, een opdracht tot het maken van acht portretten van de koninklijke familie. Hierdoor waren zij in staat om in 1859 en 1960 enige tijd in Oosterbeek en Wolfheze te verblijven.

Willem Maris ging al op jonge leeftijd de wei in om koeien te tekenen. Hij volgde de Haagsche Teekenacademie en toen hij voor tachtig gulden zijn eerste schilderij verkocht reisde hij naar het Gelderse Oosterbeek. Hier ontmoette hij Anton Mauve met wie hij bevriend raakte. Tezamen trokken zij de natuur in. 

Maris schilderende zonovergoten weilanden waarin het licht een belangrijke rol speelde. ‘ik schilder geen koeien, maar lichteffecten’, zei hij daar zelf over. Hij gebruikte hiervoor een speciale techniek die de Franse impressionisten ook toepasten, het nat-in-nat schilderen. Hiervoor bracht hij de nieuwe verf op voordat de vorige laag gedroogd was.

Alhoewel Maris ook graag buiten schilderde voelde hij zich het meest thuis in zijn atelier. Zijn vriend Mauve, die in weer en wind buiten zat te schilderen, probeerde hem dikwijls ervan te overtuigen om toch mee te gaan: ‘Het is hier zo mooi met dat vriesende weer’. Maris werkte echter liever in zijn atelier en ging zo nu en dan naar buiten om studies te maken. ’Op den duur wordt je blind van schoonheid en raak je eraan gewend’, vond hij, ‘als je altijd in de natuur zit, dan ontroerd die je niet meer en krijg je de neiging tot kopiëren.’

Dit is een onderdeel van het artikel over de Veluwezoom wat in het Studio 2000 magazine is verschenen.