Rinze Hamstra

(Amsterdam 1895-1974 Zeist)

Rinze Hamstra | De kunstenaar maakt niet, hij schept

Kunsthandel Studio 2000 is in het bezit van het gehele atelier van de Nederlandse kunstenaar Rinze Hamstra (1895-1974). In de loop der jaren verkocht Studio 2000 veel werken in binnen- en buitenland. In dit artikel zal aandacht worden besteed aan Hamstra en de inspiratiebronnen voor zijn kunstwerken. Om inzicht te krijgen in zijn gedachtewereld zijn  de talloze losse aantekeningen die Hamstra tijdens zijn leven als kunstenaar maakte een onmisbare bron. Uit de notities blijkt dat Hamstra voortdurend nadacht over de boodschap die hij wilde overbrengen op de toeschouwer. Zo schreef hij over het maken van kunst: ‘Een kunstwerk wil in de eerste plaats de geestelijke boodschap op de toeschouwer overbrengen. Het wil het doen, niet gehinderd door vormen en materiële pretenties die de geest afleiden’, aldus Hamstra. Ook noteerde hij: ‘De kunstenaar maakt niet, hij schept’.

Hamstra verdeelde zijn aantekeningen in categorieën: de schepping, de oneindigheid, de harmonie, de abstractie, het symbool, de kennis, de kunstenaar, het kunstwerk, de schoonheid en de geest.

Spiritualiteit en Christendom speelden voor Hamstra een belangrijke rol in, zoals hij het zelf verwoordde, ‘het scheppen’ van zijn kunstwerken. Daarmee wilde hij een krachtig, bijna spookachtig heilig beeld scheppen voor zijn publiek. Er zijn tekeningen waarin hij speelde met de emotie en devotie. Een voorbeeld daarvan is te zien in zijn werk Pieta (1958). Piëta betekent compassie, en Hamstra betrekt de toeschouwer bij het gevoel van barmhartigheid. Hamstra heeft het moment vastgelegd waarop de gestorven Jezus na de kruisiging door zijn moeder Maria wordt vastgehouden. Hij verbeeldde het verschil tussen de verstilde droefenis van Maria over de dood van haar zoon en het martelende leed dat Maria Magdalena (op de achtergrond) heeft aangegrepen. De moeder, wetende dat een zwaard door haar ziel zou gaan zoals Simon dat kort na Jezus’ geboorte tegen haar had gezegd, doorstaat de pijn in berusting. Maria Magdalena is nog niet tot aanvaarding gekomen. Op de achtergrond zien we Jozef in diepe meditatie verzonken. 

Hamstra’s carrière begon op zeventienjarige leeftijd, waarbij hij zijn opleiding genoot aan de kunstnijverheidsschool Quellinus te Amsterdam. De driejarige opleiding moest volgens middeleeuws model de basis leggen voor toekomstige decoratieschilders, tekenaars en beeldhouwers. Hamstra kreeg daar lessen van de kunstenaars Antoon Derkinderen (1859-1925) en Richard Roland Holst (1868-1938). Hij liet zich niet alleen inspireren door de thema’s van de zeventiende-eeuwse schilderkunst, maar ook - met name - het gedachtegoed en de stijl van de Prerafaëlieten. Terug naar de eenvoud, zoals wij die zagen in de Renaissance, in de trant van kunstenaar Rafaël (1483‐1520). De onderwerpen hadden meestal een religieuze betekenis of waren afgeleid van mythen, sagen of legenden, waarbij het verleden een aanzienlijke rol speelde. 

Na zijn opleiding ging Hamstra in militaire dienst, waar hij ingedeeld was bij de Landstorm in Blaricum. Met een aantal kunstbroeders huurde hij een boerderijtje om zich buiten de dienst aan de kunst te kunnen wijden. Onder deze kunstbroeders bevonden zich Willem Arondeus (1894-1943) en Albert Klijn (1895-1980). In 1916 was zijn eerste expositie samen met Adrianus Johannes Jacobus de Winter (1882-1951) en François Joseph Jean de Geetere (1895-1968) in de kunstzaal Van Hasselt en in het Wijnhuis.

Een werk waarin duidelijk de sfeer van de prerafaëlieten te proeven is, is de waskrijttekening Fantasio’s Geliefde (1959). Fantasio is een komische opera uit 1872 van de componist Jacques Offenbach. Het verhaal gaat over een jonge student die zijn leven wil veranderen. Om het hart van de Beierse prinses Elsbeth te veroveren verkleedt hij zich als hofnar. Het gearrangeerde huwelijk tussen Elsbeth en de prins van Mantua wordt abrupt verstoord wanneer Fantasio de bruidegom belachelijk maakt. Uiteindelijk overwint de liefde voor prinses Elsbeth. Hamstra heeft prinses Elsbeth van opzij afgebeeld, waardoor maar één oog zichtbaar is. In zijn aantekeningen schrijft hij het volgende hierover: ‘Aanschouwen wij in een schilderij bijvoorbeeld een gelaat met één oog omdat de schilder het tweede oog niet nodig had om de boodschap over te brengen, en mogelijk het uitdragen ervan zou hinderen dan is het logisch dat de mens, die niet gewend is dit soort kunst te aanschouwen, deze kunst niet begrijpt. Gaat de kunstenaar nog verder en laat hij die ons vertrouwde beeldende vormen geheel weg, dan is dat uit het oogpunt van de realiteit in het geheel niet meer te aanvaarden.’ Vervolgens vergelijkt hij het maken van kunst met het componeren van een muziekstuk: ‘Toch kan zo een schilderij van louter vormen, zonder beeldende betekenis hetzelfde vertolken als een symfonie van Beethoven of een fuga van Bach.’

Op 23 mei 1918 trouwde Hamstra met Anthonetta Maria van Tol en het echtpaar vestigde zich in Amsterdam. In 1936 verlieten zij Amsterdam om in Zeist te gaan wonen. In de Amsterdamse periode had hij contact met veel andere kunstenaars, zoals Evert Jan Ligtelijn (1893-1975), Henry van de Velde (1863-1957), Koos Hooykaas (1903-1969), Herman Bernard Dieperink (1887-1957), Bart Peizel (1887-1974), Huib Luns (1881-1942) en Lizzy Ansingh (1875-1959). 

Tussen 1918 en 1930 werkte Hamstra voor verschillende opdrachtgevers als Van Gelder, De Amsterdamse bank, De Nederlandse Handelsbank, De Koninklijke Lloyd, De Twentse Bank, De Staatsmijnen, Blom en van der Aa, N.V. Gerofabriek en Het Handelsblad. Daarnaast maakte hij tekeningen, litho’s en schilderijen.

Hamstra’s tekening Het Ontvangen van de Nieuwe Wonderkracht der Graal van Moeder Aarde werd in 1924 verkozen tot één van de vijf beste werken en bekroond met de Sint Lucasprijs. De Nieuwe Rotterdamsche Courant schreef: ‘Rinze Hamstra, eenigzins onder invloed van Toorop, zond een mooie teekening in: “‘t Ontvangen van de Nieuwe Wonderkracht der Graal aan Moeder Aarde”, waar expressie in is’. Ook hier is een zekere devotie en spiritualiteit te herkennen aan de wonderkracht die Moeder Aarde toebrengt, de kracht van het licht wordt extra benadrukt door de donkere achtergrond. 

In mei en oktober 1929 exposeerde Hamstra bij de Maatschappij ‘Arti et Amicitiae’. Arti bood leden regelmatig de gelegenheid te exposeren. Dat betekende niet dat alle werk zonder meer tentoongesteld werd. Een beoordelingscommissie bepaalde of de kwaliteit hoog genoeg was. Hamstra werd toegelaten en exposeerde samen met onder andere Lizzy Ansingh (1875-1959) en Isaac Israels (1865-1934). 

Tussen 1930 en 1935 richtte Hamstra een reclamebureau op met als specialisme het ontwikkelen en vergroten van foto’s. Hamstra had een methode ontwikkeld waardoor hij een foto zeer sterk kon vergroten zonder dat er de zogenaamde korrelvorming optrad. Ook was hij een van de eersten die fotografie in de reclame gebruikte. Hamstra hield zich niet uitsluitend bezig met fotografie. Hij tekende en schilderde in opdracht en voor zichzelf. In opdracht van het Crisis Comité maakte Hamstra in 1930 de tekening Houd Stand, die op grote schaal werd vermenigvuldigd en verkocht. De opbrengst was voor de hulpverlening. In het Handelsblad verscheen een advertentie over Houd Stand: ‘Nog eenmaal doen wij een beroep op de Handelsblad vrienden en vriendinnen, inzake de verloting van de, door Rinze Hamstra vervaardigde teekening: Zooals men weet, heeft de directie van het Algemeen Handelsblad dit zeer fraai geëncadreerde kunstwerk ter beschikking gesteld van de Dameskroniek om op de door dit blad gehouden Beurs te worden verloot ten bate van het crisis-comité. De geheele bruto-opbrengst komt aan deze instelling ten goede, vandaar dat het bijzonder aangenaam zou zijn, als alle lootjes geplaatst werden. Er is nog een restant aanwezig, vandaar de uitnoodiging aan ieder, die voor het crisis-comité voelt om alsnog een of meer loten te bestellen aan het adres van Annelèn, Algemeen Handelsblad Amsterdam. De prijs bedraagt slechts vijf en twintig cents per stuk…’

De veelzijdigheid van Hamstra bleek uit het feit dat hij, naast het maken van tekeningen, in 1931 een stedenbouwkundig ontwerp voor de gemeente Amsterdam maakte. De gemeente was van plan om een deel van Het Rokin te dempen ten behoeve van de verbetering van het stadscentrum. 

In 1936 trad Hamstra in dienst van de N.V. Gerofabriek als vormgever en publicist en kreeg daar een atelier tot beschikking. De fabriek produceerde op grote schaal verzilverde en tinnen voorwerpen. Gero is niet alleen belangrijk geweest voor de massaproductie, maar ook voor de werkgelegenheid van Zeist en omgeving. Er was een heel dorp rondom de fabriek gebouwd. Hamstra had veel vrijheid in de uitoefening van zijn werk. Dat bood hem onder meer de gelegenheid om cultuurhistorisch onderzoek te doen, een cultuurhistorische verzameling op te bouwen en evenementen als ‘De vork in de steel’ te organiseren. Hij werd ook vaak verzocht om bij gelegenheden als jubilea oorkonden en herdenkingsboeken te maken. Ter gelegenheid van het vijentwintigjarig bestaan van het bedrijf in 1937 begon Hamstra aan een groot tableau, dat door personeelsleden aan de directie van Gero werd aangeboden. Door activiteiten in het verzet, ziekte en drukke werkzaamheden was dit tableau echter pas in 1947 klaar. De gedachte en betekenis achter het tableau, afgebeeld op de volgende pagina, legde Hamstra vast in een rede met als titel ‘Uitlegging betreffende de betekenis van het aan onze directie geschonken tableau’. Hierin lichtte hij onder meer toe dat het tableau eigenlijk te groot was voor de directiekamer en gaf hij een toelichting op de betekenis van het werk: ‘Met de opzet van het geheel stond het idee voorop, een overzicht te geven van de betekenis, welke een nijverheidsbedrijf als het onze, voor de gemeenschap bezit en natuurlijk speciaal de waarde van de Gerofabriek als zodanig. Daarom heb ik de vorm gekozen van een vogelvlucht en wel zo, dat men als het ware vanuit een vliegmachine een groot gedeelte van de menselijke samenleving overziet. Temidden van het panorama ligt de Gerofabriek. Wij worden als het ware boven de dagelijkse sfeer tussen de muren van het bedrijf uit opgeheven tot een hoogte van waaruit wij de dragen kunnen naspeuren, waarmede ons bedrijf met de maatschappij is verweven’. 

Ook maakte Hamstra oorkonden en herdenkingsboeken. Oorkonden maakte hij onder meer bij het afscheid van medewerkers van de Gero, bij jubilea en bij een toneeluitwisseling tussen België en Nederland, ter uitvoering van een cultureel akkoord. Een zeer bijzonder herdenkingsboek maakte hij ter gelegenheid van het vertrek van de Deense consul. Voor dit door hem rijkversierde boek ontwierp hij een teakhouten kast met geoxideerd koperbeslag.

In de periode van 1947 tot 1963 hield Hamstra veel lezingen. Hij sprak onder meer over: ‘De kunstenaar als heraut’, ‘Rembrandt Harmensz van Rijn’ en ‘Het verband tussen kunst en politiek’. In deze lezingen kwamen zijn opvattingen over kunst en zijn gedachtewereld naar voren. 

Een aantal werken van Hamstra verscheen regelmatig als illustratie in periodieken. Zij werden vaak gebruikt als blikvanger op de frontpagina in de kerst- en paastijd. Het waren meestal reproducties van fragmenten uit ‘De Drie Wijzen’, ‘De Zondares en ‘Het Berouw’. In de Europese Heraut verschenen reproducties van ‘De Inspiratie’, De Ondergang van de Oude Wereld’ en ‘De Zondares’. 

In 1948 werd het schilderij ‘De Troostende’ aan H.M. Koningin Wilhelmina aangeboden door L.O. – L.K.P. Stichting en de Gemeenschap van Oud Illegale Werkers Nederland. Als de belangrijkste verzetsman, ‘Olivier’ en kunstenaar, was Hamstra gevraagd dit werk te maken. Bij dit werk maakte hij ook een oorkonde. Mensen die in het verzet actief waren geweest kregen een reproductie. Koningin Wilhelmina heeft een citaat aan het werk toegevoegd: ‘Vervuld met diepen eerbied en bewondering, breng ik u allen hulde voor uw verzet, dat gij al die lange en bange jaren hebt volbracht, een verzet, dat u samensmeedde tot een eendrachtig volk dat zich zijn roeping bewust is’. Deze tekening wil de gedachte der liefde vertolken, die tot troost en hulp noodt, daar, waar vervolging en nood de mens in geestelijke en materiële ellende hebben gebracht.

Uit de diversiteit aan opdrachten blijkt de veelzijdigheid van Rinze Hamstra als kunstenaar. In de loop van zijn carrière bleef hij enigszins vasthouden aan dezelfde stijl, die hij voortdurend aan het optimaliseren was. Met bezieling, een zekere ontroering en spanning trok hij de toeschouwer mee naar zijn eigen verhaal en gedachtewereld. De wereld van Rinze Hamstra, de kunstenaar die niet maakt, maar schept. 

Studio 2000 Magazine | 23ste jaargang, nummer 2, juni 2018, pag. 32-37.