Charles Camoin

(Marseille 1897-1965 Parijs)

Op vijftienjarige leeftijd was Charles Camoin al leerling van de Ecole des Beaux-Arts in Marseille en ontving toen al een medaille ‘eerste prijs voor tekenen’. Daarna leerling van Ecole des Beaux-Arts in Parijs o.l.v. Gustave Moreau. In 1900 schilderde hij onderwerpen in de trant van Van Gogh en kreeg raadgevingen van Cézanne. Enkele van zijn grote werken zijn opgedragen aan Gauguin. Op 25 jarige leeftijd ontmoette hij Monet en hield zijn eerste eigen tentoonstelling bij Berthe Weill in Parijs. Later maakte hij vele reizen o.a. naar Marokko, Italië, Londen enz. Hij schilderde stillevens, naakten en portretten en exposeerde met regelmaat in Salon d’Automne en Tuileries. Charles Camoin produceerde gemiddeld tussen de 50 en 60 werken per jaar (een groot gedeelte van zijn oeuvre is vernietigd tijdens de wereldoorlogen). In 1955 ontving hij de eerste prijs de la Biennale de Menton. Na zijn overlijden werd in 1966 er een tentoonstelling in Musée des Beaux-Arts in Marseille aan hem opgedragen.

Tentoonstellingen: Tokio (1965), Parijs en München (1966), Musée de Rouen (1931), Musée d’Art moderne in Parijs (1952), Chicago (1960) en New York (1961).

Musea: o.a.Musée des Beaux-Arts in Marseille, Museum of Modern Art in New York, Louvre in Parijs.

(Bron: E. Benezit)