Emile René Ménard

(Parijs 1862-1930)

Voor de Franse realisten en impressionisten was het landschap van groot belang. Kunstenaars als Millet en Courbet schilderden het landschap zonder opsmuk en verbeeldden het harde bestaan van de boerenbevolking; Monet en Sisley toonden het vluchtige moment waarop het licht op een landschap viel. Voor de Franse schilders van het symbolisme, dat in tijd beide andere stromingen overlapte, gaven er een andere betekenis aan. Voor hen had het landschap iets visionairs. Een symbolistische schilder wilde niet het leven van alledag laten zien, zoals werkende boeren op het land, maar de werkelijkheid die achter dit alledaagse schuilging. Het was een spirituele wereld, een wereld van het gevoel, waarin de tastbare, alledaagse zaken van ondergeschikt belang waren. Met het landschap gaven de schilders uiting aan dromen en angsten, emoties en ideeën. Er waren schilders die hun onderwerpen vonden in de klassieke mythen om hieraan uiting te geven. De vrouw was een belangrijke inspiratiebron: ze werd afgebeeld als nimf of droomachtig wezen. Zoals te zien is op het schilderij van Émile-René Ménard, zag hij de vrouw als een klassiek naakt. De vrouw, in zichzelf gekeerd en niet wetende dat ze wordt bekeken, wordt één met het feeërieke landschap. Het is een moment dat geen tijdsbepaling kent, het staat volledig los van de gaande industriële revolutie, met de komst van elektriciteit, aardolie en brede toepassingen van staal.

Ménard was leerling van Bouguereau en volgde ook lessen aan de Académie Julian. Hoewel Ménard door de schilders van Barbizon werd beïnvloed, kreeg hij vanuit zijn familie een sterke voorliefde voor antiquiteiten mee. Hij reisde door het Middellands Zeegebied en vooral in Italië zocht hij naar sporen van het Grote Griekenland. Ménards eerste werken waren geïnspireerd op Bijbelse en antieke thema’s, maar later verbeeldde hij mythologische onderwerpen, zoals het Parisoordeel. Het liefst verbeeldde hij pastorale thema’s, het idyllische leven met ontklede nimfen in geïdealiseerde arcadische landschappen. Ménard werd wel beïnvloed door het licht van de impressionisten, dat goed te zien is op het schilderij met het rugnaakt. De schilder wordt gezien als de eerste kunstenaar die intimistische schilderijen maakte, een stijl die later meer bekendheid kreeg door kunstenaars als Henri Le Sidaner en Édouard Vuillard.

Ménard verwierf een uitstekende reputatie. Hij exposeerde bij de Secession in München en de Salon de la Libre Esthétique in Brussel in 1897, en zijn werk werd bij verschillende galeries in binnen- en buitenland getoond. Bovenal ontving hij tal van opdrachten van de Franse staat; een bijzondere verdienste voor een schilder die niet opgeleid was aan de École des Beaux-Arts. Hij maakte decoratieve (wand)schilderingen voor publieke gebouwen waarin hij zich liet inspireren door Griekse literatuur en landschappen. Deze lyrische voorstellingen werden later, toen ze niet meer in de mode waren, vaak verwijderd uit deze gebouwen, maar zijn veelal in het museum te zien. Musée d’Orsay bijvoorbeeld toonde tien monumentale stukken die Ménard tussen 1908 en 1915 maakte voor de kamers van de Rechtenfaculteit te Parijs.

Op 69-jarige leeftijd overleed Ménard. In de Nederlandse kranten werd aandacht besteed aan zijn overlijden. De Telegraaf schreef: ‘Met René Ménard, die op 68-jarigen leeftijd te Parijs overleed, verdwijnt een der steunpilaren van den Salon de la Nationale. Met Simon en Cottet huldigde hij, in opstand tegen de impressionisten, een soort verjongd academisme in.’

Dit artikel verscheen in het Studio 2000 magazine 2017/1.