Émile Bernard

(Lille 1868-1941 Parijs)

Ook Emile Bernard (1868-1941) kende, na zijn woelige tijd in Parijs, de aantrekkelijkheid van het Franse kustlandschap. Hij hield van Normandië en Bretagne. In Bretagne boeide hem de onbedorven streek met een bevolking die al eeuwen bijna onveranderd leefde en aan haar tradities vasthield. Hij vond er de middeleeuwen terug. ‘Ik was atheïst, maar Bretagne maakte een heilige van me,’ schreef hij, ‘het gotische Bretagne bracht me naar de kunst en naar God.’ In 1888, op een van zijn tochten, ontmoette hij toevallig de schilder Claude Emile Schuffenecker. Die drong er bij hem op aan kennis te maken met Gauguin, die aan de kust in het schildersdorp Pont-Aven verbleef.

Bernard sloot zich aan bij Gauguin en een tijdlang werkten ze nauw samen in de stijl die picturaal symbolisme wordt genoemd. Opzienbarende werken als Visioen na de preek en Bretonse vrouwen bij een bedevaart waren het gevolg. In 1891 brak Bernard met Gauguin. Met Louis Anquetin ontwikkelde Bernard het cloisonisme, door gebruik te maken van contouren om de kleurvlakken te scheiden. In 1891 trad Bernard toe tot een symbolistische groep rond Odilon Redon en Ferdinand Hodler. Twee jaar later begon hij aan een reeks reizen naar Spanje en Italië en bezocht hij Egypte.

De vooral religieuze en symbolistische werken die hij vervolgens maakte, tonen weliswaar aan dat Bernard voor zijn werken verschillende stijlen gebruikte, maar dat ze bovenal een eigen expressieve kracht vertonen. Trois femmes egyptiennes avec un enfant (p. 4) dateert uit die periode. De in donkere gewaden geklede vrouwen zijn bijna primitief weergegeven tegen de achtergrond van huizen. Een van hen draagt een mand op het hoofd, een tweede vrouw geeft een kind de borst. Het doek is uit grote vlakke vormen opgebouwd en doet daardoor monumentaal en decoratief aan.