Adriaan Lubbers

(Amsterdam 1892-1954 New York)

Een kunstenaar die pas later, in 1919, in Bergen arriveerde, was Adriaan Lubbers (1892-1954). Zijn vader was makelaar en had zich steeds tegen een artistieke opleiding van zijn zoon gekeerd. Lubbers werd naar de MTS gestuurd nadat hij voor een periode van zes maanden aan de teken¬school was geweest. Hij had echter een onafhankelijke geest en vertrok naar Amerika, waar hij allerlei baantjes had. Daarnaast bleef hij tekenen. Toen hij zich na zijn terugkomst in Bergen vestigde, werd hij snel een graag gezien persoon binnen de kunstenaarskring. Hij knoopte vriendschappen aan met Gestel en studeerde drie jaar lang als schilder en tekenaar.

Lubbers was echter gegrepen door de grootsheid van Amerika en vertrok in 1922 opnieuw naar New York. In zijn View with Queensborough Bridge zien we zijn talent en vorderingen. Zijn gevoel voor compositie en de aandacht voor de delen kunnen we aflezen aan de manier waarop hij elk element zijn plek geeft. Lubbers toont zich daarin een constructivist. Door te spelen met het perspectief en de bouwvormen binnen één compositie vanuit verschillende standpunten weer te geven, legt hij zijn eigen stijl op aan het schil¬derij. Verder registreert hij eigenlijk: hij bedient zich niet van sfeerbepalende elementen waardoor het beeld een idyllisch of tragisch karakter krijgt.

In Trinity Church, een werk dat hij in 1946 - na zijn derde bezoek aan Amerika- vervaardigde, heeft hij deze compositietechniek afgezwakt. Het werk wordt voornamelijk bepaald door het thema en het kleurgebruik. Het bijna surrealistische onderwerp, de nietige neogotische kerk temidden van wolkenkrabbers, is vanuit een koele observatie weergegeven. Vanuit zijn eigen schoonheidsbeleving lijkt hij wel de vormen te hebben willen versimpelen. Zo heeft hij het pad naar het kerkje in een bijna naïeve stijl vrijwel zonder verkortingen weergegeven. Het meest opvallende aspect tussen de twee werken is echter dat Lubbers vanuit zijn overwegend rode palet komt tot een kleurgebruik waarin grijzen de boventoon voeren. Specifiek in Trinity Church spelen groentinten een sfeerbepalende rol. Zijn spel met het perspectief is vooral bereikt door de schuine lijnen van het raamkozijn en het muurtje rond de kerk.


Adriaan Lubbers
Weinig Nederlandse schilders hebben in de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog of er vlak na succes gehad in Amerika. Adriaan Lub­bers is een uitzondering. Een Hollandse schilder met een puur Hollandse stijl die erin slaagde met zijn werk een ge­voelige snaar te raken bij het kunstmin­nende Amerikaanse publiek.

Wie het gehele oeuvre van Adriaan Lubbers overziet, alhoewel dat nog altijd moeilijk is zonder een allesomvattende catalogus, zal ontdekken dat er een aantal stijlperioden te onderscheiden is. Tevens valt op, dat een aantal onderwerpen in de loop der jaren telkens terugkomt. Zo is het mogelijk om zijn stijlontwikkeling te volgen aan de hand van in New York gemaakte schilderijen, tekeningen of litho’s van de Trinity Church, Times Square, Brook­lyn Bridge, Queensboro Bridge en de bouw van een wolkenkrabber, oftewel Foundation of a Skyscraper.


Bouwkundige achtergrond
Na een opleiding als werktuigbouwkundige en tal van verschillende baantjes, onder andere in Amerika, start Lubbers zijn artistieke loopbaan rond 1920 als hij zich in Bergen (NH) vestigt en er bevriend raakt met Leo Gestel. In 1925 valt hem de grote eer te beurt dat er een monografie aan zijn leven en werk wordt gewijd in een internationale serie over moderne kunstenaars. In deze serie zijn ook delen verschenen over onder andere Van Gogh, Pi­casso en Braque. Lubbers was een kunstenaar die zijn eigen weg ging. Hij behoorde niet echt tot een vaste school, hoewel aan het begin van zijn carrière zeker sprake is van invloed van enkele groten van de Bergense School die zijn vrienden waren: Mommie Schwartz en Leo Gestel. Lubbers had een onrustige natuur en zwierf door Europa en over de wereld. In de jaren twintig verbleef hij enkele maanden in het Italiaanse bergdorp Positano en maakte er volgens sommige kenners zijn mooiste werken. Overigens vertonen deze schilderijen een opmerkelijke overeenkomst met de gestapelde betonmassa’s die hij in New York schilderde!

De laatste werken
Vlak na de Tweede Wereldoorlog kreeg Adriaan Lubbers in 1947 de opdracht om de Philipsfabrieken in Eindhoven te schilderen, ge­zien vanuit een vogelvluchtperspectief. Hij vloog met een gehuurd vliegtuig over de gebouwencomplexen heen en kon zich op die manier een beeld vormen van de schilderijen die hij moest gaan maken. Het was tevens zijn eerste grote naoorlogse opdracht die hij uit het bedrijfsleven ontving. Na voltooiing van de twee zeer grote schilderijen (100 x 200 cm) kwam Lubbers op het idee een instelling op te richten die zich zou gaan bezighouden met het bemiddelen tussen opdrachtgevers uit het bedrijfsleven en kunstenaars, die bepaalde kunstwerken op verzoek konden maken. Het toen door hem opgerichte ‘Kunst en Bedrijf’ is het oudste nog altijd bestaande en goed functionerende instituut dat bemiddelt tussen opdrachtgever en uitvoer­der!


Foundation of a Skyscraper
Als bron van inspiratie voor zijn laatste werken uit 1953 en 1954 kan een langspeelplaat van Gershwin gelden, Rhapsody in Blue. Hij schijnt van dit cadeau van zijn dochter Adriana zó enthousiast te zijn geworden, dat hij zingend en lachend door het huis ging, op zoek naar zijn schildersspullen om de ellendige ontslagperiode bij Kunst en Bedrijf van zich af te schilderen. In drie maanden tijd heeft hij circa 34 werken gemaakt, waaronder een aantal moderne, haast abstracte stadsgezichten die als titel Rhapsody in Blue meekregen. In die tijd moet hij wel een enorme krachts- en creativiteitsexplosie hebben gehad, waarbij hij in circa zes dagen tijd elf tot twaalf grote werken heeft ge­maakt. De bekende New Yorkse stadsgezichten zijn in de laatste serie schilderijen veranderd in kleur­vlakken waarin nog wel bouwelemen­ten zijn te herkennen, maar geen echte wolkenkrab­bers meer; het zijn gekleurde kubussen geworden. Water en lucht lopen in elkaar over, zijn opgebouwd uit geometrische kleurvlakken. Door de com­binatie van heldere kleuren en schuine lijnen ontstaat een sterke ruimtelijke werking.

De stijlverandering in het werk van Lubbers is in detail heel duidelijk te zien in de diverse werken met als titel Foundation of a Skycraper. In een zeer scherp perspectief is de omgeving van de in aanbouw zijnde wolkenkrabber geschilderd en dat komt zeer goed tot uitdrukking in het werk dat hij in 1953 maakte en dat thans deel uitmaakt van de collectie van Studio 2000 Art Gallery. In de tot gekleurde vlakken geabstraheerde wolkenkrabbers, zijn de hijskranen als zodanig wel herkenbaar gebleven maar ze zijn opgebouwd uit geometrische figuren als driehoeken en cirkels. Het contrast met een schilderij uit een eerdere periode, waarin hij gedetailleerd een herkenbare omgeving schilderde, is uitermate groot. Overigens doet deze laatste serie werken sterk denken aan de glas-in-lood ramen die hij in opdracht maakte voor het schip de Statendam van de Holland-Amerika-Lijn.


Painter of New York
Tijdens de voorbereiding van een nieuwe tentoonstelling overlijdt hij in 1954 op 62-jarige leeftijd in New York. Drie jaar later wordt hij geëerd met een retrospectieve ten­toonstelling in het Stede­lijk Museum te Amsterdam. Het is de kunstenaar en schrijver Adri­aan Venema die in 1980 een klein boekje over hem schrijft en een verkoopexpositie van zijn werk houdt. In de jaren erna krijgt zijn werk in Nederland regelmatig aan­dacht, niet in de laatste plaats door het enthousiasme van de verzamelaarster Wilma van Duppen-Peels die een groot aantal wer­ken van Lubbers in haar collectie heeft dankzij een curieu­ze ruil van haar vader met Lubbers: een antieke auto tegen een serie schilderijen en tekeningen! In 1988 volgt een grote exposi­tie in Museum De Wieger in Deurne met een vrij uitvoerige catalo­gus en vier jaar later zijn er ruim vijftig werken te zien in het Museum of the City of New York. Daar kwam men andermaal tot de conclusie dat Adriaan Lubbers gezien moet worden als een van de belangrijk­ste artistieke ‘chroniqueurs’ van deze wereldstad van de eeuw!

Door: Drs. Peter E.M. Hammann

Dit artikel verscheen in 1997 in het Studio 2000 magazine