De regenboog, 1906,
JAN TOOROP
Poerwordjo Java 1858-1928 Den Haag
.
DE REGENBOOG,
1906
.
Gekleurd potlood en krijt op papier
47,2 x 62,3 cm.
Gesigneerd en gedateerd: rechts onder ‘J.th Toorop’
.
Herkomst: Particuliere collectie, Nederland; collectie P.C. Boutens (in bruikleen van Jhr. Anton Jan Adriaan van Herzeele) collectie Jhr. Anton Jan Adriaan van Herzeele; aangekocht bij de kunstenaar.
.
Tentoongesteld: Domburg, 2005, Stadshuis, Sporen van het leven, nr. 3; Katwijk (Katwijks Museum) 2001-02, Jan Toorop (1858-1928). Het Late Symbolisme; Den Haag (Galerie Kruger & Cie), April 1907, Tentoonstelling van schilderijen en teekeningen van Jan Toorop’, cat. nr. 19;
Arhnem, Maart 1907. Den Haag 15 juni-18 juli 1915, Kunsthandel Kleykamp: Theo Neuhuys, Tentoonstelling Jan Toorop, cat. nr. 30.
.
Literatuur: Studio 2000 magazine 14 (2005) p. 18 en 23; Marco Goud, Ziende Verbeelding. Over zien en (on) zichtbaarheid in poe zie en poe tica van P.C. Boutens, 2003, p. 115-180 en 376 (afb.); William Rothuizen, Jan Toorop (1858-1928) Het Late Symbolisme, 2001, p. XV en 53; P.C. Boutens, A.L. So temann en Jan Toorop, Zeven zangen uit Zeeland. Utrecht, Bijleveld, 1995; Ineke Spaander en Paul van der Velde (red), Reu nie op ’t Duin. Mondriaan en tijdgenoten in Zeeland, 1994, p. 20-21, cat. nr. 07; Tableau 6 (1983) nr. 1, p. 104; Albert Plasschaert, Den Haag, 1925,
plaat 1906.04; P.C. Boutens, Stemmen, 1907.
.
Regenboog
Toorop had in de tweede helft van de jaren negentig kennisgemaakt met de Nederlandse dichter Pieter Cornelis Boutens (1870-1943). Zij behoorden elk binnen hun eigen discipline tot het Symbolisme. Er ontstond een warme vriendschap. Boutens en Toorop correspondeerden
regelmatig met elkaar en Boutens verbleef enkele malen in Domburg. Boutens bezat verschillende werken van Toorop. Deze portretteerde de dichter in 1905, 1908 en 1921. Boutens, op zijn beurt, droeg in totaal zes verzen aan Toorop op. Een daarvan werd voor het eerst gepubliceerd in 1907, en kwam tot stand nadat Boutens de neo-impressionistische, maar
symbolistische krijttekening De Regenboog had gezien. In dit gedicht schildert Boutens de kunstenaar af als boodschapper en pelgrim:
Gij die de kleurge pracht van 't Oosten kwaamt
Vieren in onze bleeker Noorder zon,
Tot blij-verdwaasd onze oogen in hun dag
Hervonden van uw oogen sprank aan sprank;
Gij die vervolgdet met gewette stift
De strakke gratie van 't verstild symbool,
De stoere kracht van 't zwoegende gebaar;
Die de aardsche ster van 't kinderlijk gelaat,
Wier stralen onze ontroering bevend zag,
Vingt in de vaste streek der zuivre lijn, -
Gij kwaamt, gelukkig pelgrim, naar mijn land,
Mijn blond-omduind Zeeuwsch eiland, als het ligt
Voor mij voorgoed in den mystieken glans
Van al de zonnen die dit leven brengt,
Jeugd en geluk en smart, en wee r geluk?...
Dit is het eigen land van mijnen droom;
Want al de kimmen stralen in den schijn
Van zomeravond, en de voorgrond ligt
In grille schaduw van geweken bui
Waardoor Gods helle boog naar de aarde reikt:
Een jong man wet zijn blikkerende zeis,
En roerloos naast hem staat in 't avondlicht
Een landkind rooddoorgloed als van den droom
Waarin zij leeft en dien zij niet doorgrondt.
Zowel Toorop in zijn tekening, als Boutens in zijn gedicht geeft blijk van mysticisme en vergeestelijking. De regenboog, als symbool voor het verbond tussen God en mens, wordt ingezet om iets weer te geven over de houding van de mens tegenover de aardse werkelijkheid en een
onkenbare metafysische wereld, waarvan soms iets doorschemert in het hier en nu. De werker op het land houdt zijn zeis omhoog, ten teken dat de dood volgt op het ongerepte leven en de schoonheid, gesymboliseerd door het meisje dat haar blik richt op de eeuwigheid. De regenboog verwijst naar de vertroosting van de Schepper.
Vragen over dit kunstwerk?