Kunstenaars van Studio 2000

Arnout Colnot

Voor mijn ezel ben ik gelukkig

Arnout Colnot

Colnot, een rasechte Amsterdammer, is een kunstenaar van buitengewoon gehalte, een schoonheidsjager van de zuiverste soort, begenadigd met groote gaven en een schilder van formaat. Zijn werk is zuiver Hollandsch, ernstig, soms droefgeestig, maar van een onvergetelijke schoonheid. Het volgt een vaste lijn, is vol emotie, maar getuigt van een onverzettelijk streven naar een hoog doel. Het toont ons, dat Colnot een kunstenaar is, in wien het heilige vuur brandt, waaruit alleen een kunstwerk wordt geboren.’

Zo schreef de Bergense journalist Dirk Klomp in zijn boek ‘In en om de Bergensche School’ (1943) over kunstenaar Arnout Colnot. Colnot was één van de vroegste modernisten die in 1907 naar Bergen trokken. Niet veel later volgden vele anderen, en werd Bergen een zeer bekend kunstenaarsdorp in Nederland. De teksten van Klomp hebben een bijzondere plaats in de geschiedschrijving over het dorp, omdat ze uit de eerste hand zijn. Klomp behoorde namelijk tot de vriendenkring van mecenas Piet Boendermaker, grotendeels bestaande uit kunstenaars, en tekende op wat hij in gesprekken met hen hoorde. Klomps boek geeft daarmee een bijzonder kijkje in het kunstenaarsleven van een eeuw geleden.

Colnot werd door Klomp ‘bij uitstek de schilder van de Bergensche School’ genoemd, en ‘een kunstenaar, die in hooge mate het nobele geduld en de liefdevolle toewijding bezit, om een werk te voltooien; het niet los te laten, voor hem bevredigt.’ Hij vergeleek Colnot op verschillende punten met Haagse School schilder Willem Maris. Beide kunstenaars waren ‘zeer ontvankelijk voor de schoonheid van ons waterrijk landschap’ maar werden nooit een echte ‘buitenman’. Colnot had Klomp verteld dat een langdurig verblijf op het land een beletsel was om de schoonheid van het landschap te zien. ‘Als je in de stad woont en je komt eens een enkele keer buiten, dan zie je, hoe mooi het is.’ Zijn landschappen werden goed gewaardeerd. Klomp schreef dat Colnot bij voorkeur het landschap zonder figuren schilderde. ‘Meestal gebruikt hij dikke, ruime verf. In hoofdzaak werkt hij met bruine, groene, roode en blauwe kleuren, kraplak en geel oker, die hij met het paletmes modelleert, raak en knap.’

Naast de landschappen stonden Colnot’s stillevens in grote belangstelling: ‘Niet minder geslaagd zijn Colnot’s stillevens. De vorm is onafscheidelijk aan de kleur gebonden en juist die kleuren zijn van een wonderlijken gloed. Zijn stillevens zijn van een groote expressieve kracht, die vooral ontstaat door het weglaten van alle niet ter zake dienende toevalligheden. Nimmer kenmerken zij zich door een caleidoscopischen overvloed. Steeds stralen ze een voorname, weldadig aandoende roest uit en zijn zij vreemd van alle gekunsteldheid.’ Colnot wist zijn voorwerpen ’tot een schoon harmonisch geheel te groepeeren en er een romantische sfeer aan te geven, zoodat men steeds weer moet concluderen, dat, evenals bij zijn landschappen, alles wat zijn schildersoog heeft waargenomen, een schoonheid verwerft, die aan ons oog zou zijn ontgaan.’

Klomp beschreef ook hoe Colnot was als kunstenaar. Zo citeerde hij de schilder over het werken in opdracht: ‘Schilderen moet men eigenlijk uitsluitend doen voor eigen bevrediging. (…) Men streeft er tegenwoordig naar, evenals in de middeleeuwen, om een kunstenaar door opdrachten, de zekerheid te verschaffen, dat hij niet behoeft te twijfelen aan de sociale noodwendigheid van zijn werk en zeker erken ik, dat de kunst een onmisbaar bestanddeel is van de menschelijke samenleving. De kunst moet echter vrij blijven en het gevaar van opdrachten is, dat het hovelingen kweekt. Mij is het scheppen van een schilderij steeds weer een vreugde en het gevolg van innerlijken drang. Als ik niet meer zou kunnen schilderen, dan zou ik hoogst ongelukkig zijn, want voor mijn ezel sta ik los van alle zorgen. Voor mijn ezel ben ik gelukkig. Wanneer ik dan ook nog eens moest bepalen, wat ik moest worden, dan werd ik toch onvoorwaardelijk schilder, omdat voor mij schilderen leven is.’

Klomp beschrijft nog veel meer. Over die keer dat hij een biljartwedstrijd speelde met Piet Boendermaker bijvoorbeeld: de winnaar mocht voor honderd gulden een landschap van Colnot kopen. Of de keer dat Colnot buiten zat te schilderen, en het geknor van een varken hoorde: het beest had de verf uit zijn schilderkist, waaronder een grote tube chromaat-geel, opgegeten. Later hoorde Colnot van de boer, die hem zag zitten met zijn palet: ‘Nou meneer, lesten eb ik ’n varken slacht en dat spek was net zoo geel als u op dat plankie het liggen.’ Of de dag dat Mommie Schwarz hem voor gek uitmaakte, of die keer dat het hem in Uithoorn te heet onder de voeten werd… Het is een aanrader, dat boek van Klomp.

Kunstwerken te koop

A Colnot 55x65 1-LowRes
Arnout Colnot

Schaatsen

Olieverf op doek, 53 x 63 cm.

Meer laden...

Neem contact op

Contact